6 129 genoegzame reden tot behoud scheen. Thans ziet men nog slechts overig eenen enkelen muur en eenige brok ken eens onderaardschen gangs ivelke tot het slot te 's Heer Hendrikskinderen, volgens eene overlevering zicli zou hebben uitgestrekt; doch die waarschijnlijker in verband stond met gangen onder de marktdie nog bestaan. Ook bestaat nog de kelderwelks bouworde niet alleen van oudheid maar van buitengewone sterkte getuigt en waarover men thans eene belangrijke bijdrage kent. Eene af beelding van het slot, voor de herberg op des- zelfs puincn gebouwd (en ook te vinden in den Staat van alle Tolken 10." deel) doet zien dat hier groote ver anderingen hebben plaats gegrepen. Waarschijnlijk zijn, ten tijde van Jacoba die veranderingen reeds begonnen toen een gedeelte van het slot tot eenen hof (waartoe ook een gedeelte der Wijngaardstraat heeft behoord) ingerigt is, dewijl aan de Trouwe van Zuidbeveland tegen over den magtigen Hertog van Bourgondie en der meeste Nederlanden zulke zwakke steunsels weinig bate den en bovendien de stad zelve onder hare regering en hulpe met bolwerken voorzien meer veiligheid geven kou. Wat vroeger het slot voor de stad waskon nu de stad voor hot slot wezen. Er was dus in meer dan één opzigt hier opmerkelijke verandering. In den Noord- westhoek van dien hof achter het slot vindt men nog heden de overblijfselen van eenen Moerbeziënboom

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1838 | | pagina 207