133 tegenspoedwaarvan zij ruim haar deel had, haar niet onnuttig was en maken de zedeles uit de moerbeimichl alzoo op haar toepasselijk. Bij deze herinneringen draagt dus deze boom in meer,dan één opzigtteregt den eigon- aardigen naam van den boom van JacobaMen kan bij denzelven veel gevoelen, hetwelk voor het denkend ge moed niet onnuttig is. Zoo als het gaatdeze gedachten willen er bij den oppervlakkingen mensch niet in. Yelen zelfs zijn onverschillig omtrent dit overblijfsel der oud heid en konden het zich misschien niet begrijpen, waarom onze geliefde Yeldmaarschalk toen hij met zijne zoonen de stad Goes bezochtzich naar dezen boom begaf, en eenige takjes van denzelven medenam. De vruchten van dezen boom welke ieder jaar nog vele en bijzonder aangenaam zijn, zijn het beeld der gunsten, waarmede Jacoba (wier wapen met dat van stad en eiland is vereenigd) dezen omtrek begiftigd heeft. Yele kranken zijn in al die jaren door zijne vruchten verkwikten steeds worden gelijk vroeger van den ouden moederstam jaarlijks jonge loten getrokken. Het belang is dus nog de beschermgeest van den boom. Leefden wij nog in de dagen der Metamorphosenwelke de menschen die toch bij variatien leven, in sommige opzigten bijna terugroependan zou misschien de boom voor eenen nieuwen tak van industrie en weelde in ons vaderland (de zijdeteelt) eenen rijken voorraad kunnen opleveren doch zonder profetisch te zijn zal de mis-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1838 | | pagina 213