Wie zal het gewoel en de onrust en de willekeur schetsen, die het verblijf van zulk eene talrijke schaar, in de stille en vreedzame kloostermuren zal hebben te weeg gebragt? Mij duuklwij zien ze in den be- muurden omtrek van het Klooster in de zalen en vertrekken zich verspreiden, die ruwe en woeste hoop, door ontbeering en vermoeijenis afgemat, en die men kwalijk verzadigen kon uit den voorraad wel voor weinige Kloosterlingen maar niet voor zulk eene tal rijke bende genoegzaam. Toen verhief zich nog ongeschondende statige Kloos terkerk uit het rijzig geboomte en scheen over dien ganschen oord landelijke rust en vrede uit te storten en tot heilige godsvrucht op te wekken doch thans is van dat alles niets meer overgebleven door de alles vernie lende hand des tijds zijn ze verdwenen die uitgestrekte gebouwen die statigetot Gods vereering opwekkende tempel, en die lommerrijke hoornen,waar eens aan do Spaansche henden verkwikking en rust te beurt viel en geen enkele steen wijst meer de plaats aan waar dit geestelijk gesticht destijds praalde. Ook hier is het beeld der aardsche verganklijklieid en onbestendigheid! Mohbbagos ,nu ook in Schouwen vasten voet hebben de deed spoedig Brouwershaven bemannen welke stad Het Klooster Sion was van eenen ringmuur omgeven, waarin de gebouwen besloten waren en hetwelk eene opper vlakte omvatte van 10 gemeten en 212 roeden, (oude maat).

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1838 | | pagina 224