146 dat de stad niet lange te houden zoude zijn indien raen het platte land niet door overstrooming konde onge naakbaar maken; weshalve ecne sluis, die ten noorden der zoulkeeten in de haven pleeg uit te wateren, weid weggenomen ,en ter plaatse waar Borrendfxmme pleeg te leggen, de zeedijk doorgegraven, en het platte land den golven prijs gegeven. Zoodanig waren de maatregelen dezerzijds genomen toen deSpaanschc benden gereed stonden deze stad te berennen. Reeds dadelij k na de verovering van het fort te f^ianev, had de vijand getracht de Zuidzelko ,die door de Goinve bespoeld werd te overrompelen maar zij waren zoo wel ontvangen geworden dat hun zulks niet alleen ge heel mislukte, maar de aanval hen zelfs op een verlies van een honderdtal Spanjaarden en Walen te staan kwam. Nu was door dit tijdverloop de kans om de stad stor menderhand te vermeesteren, voorbijgegaan, daar het ingevloeide zeewater de toenadering tot dezelve alleen langs de dijken en hoogten had mogelijk gemaakt; zoo dat Mokdbagoï al in don aanvang der belegeringeen voorslag deed,om,op redelijke en wederzijds goedgekeur de voorwaarden omtrent de overgave der stad overeen te komen. Ofschoon deze voorslag bij vak Dour geen' ingang kon vinden zoo waren er echter ouder de regeringsleden, die, het zij uit kleinmoedigheid van karakter, het zij

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1838 | | pagina 228