Heizij dat onvoorzigligheid van het krijgsvolk hetzij andere onbekende oorzakendenzelven eerst hebben doen ontstaanzeker is hetdat in de zoutkeeten aan do Zuidzijde van den Yisschersdijk een brand ontstond, die door eenen feilen Noordoostenwind aangeblazen, zich wijd en zijd verspreidde waardoor op de Noord en Zuidzijde der toenmalige haven meer dan 200 huizen 60 van zout en turf wel voorziene zoutkeeten en het Leprozenhuis eene prooi der alles vernielende vlammen zijn geworden. Akelig eu deerniswaardig schouwspelwaar vreesse- lijke vlammen ten hemel stegen,en een vuurgloed zich verspreidde, die geeno menschelijke magt in staat was te beteugelen Treffende overeenkomst van rampspoedmet het geen onze oogen hebben gezien en beweend toen hel schoonste onzei heiligdommen eene prooi werd van den vernielend- sten brand en waardoor zich als 't ware voor onze verbeelding plaatsen twee vreosselijk woedende vlam men in het akelig nachtelijk uur het luchtruim met rook en damp vervullende toertom zoo vele bronnen van nijverheid, zegen en volksbestaan, waaraan deze stad giootendeels hare .opkomst te danken heeltvoor altijd Men doelt hier op den brand van de Groote of St. Lievens Monsterkerk, die, op den 7 October 1832, met al wat zij bevatte, eene prooi der vlammen werd.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1838 | | pagina 236