152 - hebben doormet kleine vaartuigen en schuiten over het verdronken land heen te varen en met behulp van krijgsvolk, onder aanvoering van sommigen hunner kapiteinen, den vijand afbreuk te doen,overal leefto«t op te halen en de gemeenschap met de vloot op de Schelde levendig te houden. Opeenendier toglen tasteden zij de Spanjaarden die te flfoovdwells veischanst waren met zoo veel onver schrokkenheid aan dat deze genoodzaakt waren in de kerk en van daar in den toren te wijken die aan de vlammen ter prooi werd gegeven; dan weder taste den zij den Spaanschen Admiraal bij Kerkwerve aan, van waar de Spanjaarden na een hevig gevecht verjaagd werden op eenen anderen tijd wist men schuiten met leeftogt over de dijken te krijgen, en behouden binnen de stad te brengen. Zelfs toen Mosdbago» om allen toevoer te beletten het vaarwater vóór den mond der haven met masten ,door ijzeren kettingen aan een ver bondenhad toegesloten en de toenadering lot dezelve, door het plaatsen van grofgeschut en eene schipbrug van volk en geschut voorzien, schier onmogelijk had gemaaktwaagden het do onzen, om er door te breken, als wanneer het hun gelukte, twee der Spaansche schepen te veroveren. Ja toen alle gemeenschap met do vloot geheel onmogelijk was geworden waren er. die vrijwillig zich panbodeaoin met'gevaar van hun leven van den benaauwdén toestand der stad derwaarts berigt te bren-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1838 | | pagina 240