Zij voerden 's nachts het schimmenheir (zoo "was 't geloof der volken) Naar 't Krijtland der Cimraeriërs, bedekt door nevelwolken; Naar 't land der Kimren, wijd vermaard in de oude fabelzangen, Dat van den Britin later eeuw heeft nieuwen naam ontvangen. Van 't Kimrenland stak de Argonaut naar Circe's eiland over. Ulysses zelf aanschouwde daar 't verbazend zingetoover Van die Godin (waar Zierikzee zich naderhand naar noemde) Toen hem tot zwerven, jaren lang, de wil des noodlots doemde. Hij liet, aan "YValchrens zuiderzij, zijn naam in 't westen achter, En Vlissings vest is heden nog de Hont-ee's fiere wachter. Maar, groote dochter van de Zon, van Helius den sterken, o Circekonde een later tijd uw' wondermagt beperken? Of had het bijgeloof alleen dien luister u gegeven Hoe 't zij, ook voor geen Godendom zou 't moedig Rome beven. Zijn aadlaar zou geen Helium, der Zon geheiligd, schromen; Dat Helium, waar Rijn en Maas met Schelde zamenstroomen Dien ongemeten waterplas, die, in zijn reuzenarmen, Zoo menig wordend eiland droeg met vaderlijk erbarmen. Of vliegt niet voor de Zon omhoog het kroost der adelaren En zou dan Zeelands Helium den arend nog vervaren Neen! tusschen "YValchrens akkerland en Circe's woeste gronden, Heeft Romes veldheer 't beste veer naar Brittenland gevonden. Daar is de haven voor de vloot, die Romes heir zal voeren, En 't nevelachtig Brittenland aan 't groote Rijk zal snoeren. Nog draagt de Roompot zijnen naam naar die beroemde haven Waar vaak de Romer uit vertrok, verzeld van Bato's braven. Daar heeft de fiere Juliaan de Saliërs bedwongen, Daar zweefde zijn doorluchte naam op aller dappren tongen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1838 | | pagina 75