welke op de feestdagen volgdeeenen geheel verschillen den indrukvoor allen was zij echter zeer rijk aan gevolgen. 3. Deensche zeeschuimers haddengedurende den zomer van het jaar 837, weder op de kusten van Engeland en Frankrijk gestroopten zochten thans eene goede haven om er gedurende den winter, schepen en schatten in veiligheid te brengen, en van de doorgestane vermoeije- nissen in den arm des vcrmaaks uil te rusten. Geene betere was er te vindendan de mond der Schelde er onderscheidene aanbood daar men in dezelve door stroomen en uitgestrekte moerassen omgeven geenen ornstigen aanval behoefde te duchten en in het ergste geval de aftogt verzekerd was. Docli op do Vlaamsche kust gebood de kloeke Engelram door wiens zorg de Rodenburg en Oostburg hersteld waren wiens gedurige vermaning: houdt u ivakker hem den bijnaam Odoacer had doen verwerven; en die, ondersteund door zijnen lieldhafligen zoon Bopdewtn de ijzerarmvoor vijfjaren aan andere zeeschuimers eene bloedige les had gegeven. Yoor IValcheren als een van ouds voor heilig erkend eiland .koesterden zij nog eenigen eerbied terwijl Ant werpen ook rijkeren buit aanbood. Zij stevenden dus tusschen beiden door. «De kleuren van Denemarken zeido Hemming toen hij het roodblaaniu en (jeclonder scheidde waarmede de voorbijvarende vaartuigen boven

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1838 | | pagina 91