IS versterkte van den Buitschen keizer velerlei vrijheden vi en voorregten alsmede eenige gcdeeltens van de beden, ai die de graaf in Zeeland lieffeu mogtvoor zich te be- v( komen en ontstond er langzamerhand cenc spanning e< tnsschen den gevreesden graaf, en de zich velerlei reg- st ten aanmatigende edelen die de openbare vredebreuk r< voorbereidden waarin Jan van llencsse een werkdadig a( aandeel nam. Bij de onderscheidene geschiedschrijvers d over dit tijdvak vinden wij de aanleidende oorzaak "VI tot het ontbranden van het smeulende twistvuur, ver- m schillend gemeld. Melis Sloke toch en, op zijn voorbeeld ei Wagenaar, houden het er voor, datna de ten ouder- g< brenging der Friezpn de magt van den graaf den edelen, al des lauds in de oogen stak en dat vooral de Zeeuwen S' begrependat zij te zeer door hem werden in bedwang vi gehouden waarom zij trachtten zijne overmagt te be- di perken. Hoogstraten schuift de meeste schuld op de d< edelen die zich van de minderjarigheid des graven had- di den bediend om van den keizer velerlei voorregten te al verkrijgen ten koste van de regten van den graaf, die 01 nu zijne aanspraken weder wilde doen gelden. Boxhorn ai zegtdat de Hoilandsche en Zeeuwsche edelen (34) en ri vooral dp laalstengedurende 's graven minderjarigheid ei de burgers vrij wat begonnen te onderdrukken dat zij w zoekende de handen ruim te hebben en den graaf den d baas te worden meer naar den keizer, dan naar hem b omzagen datzij velerlei privilegiën wisten te verkrijgen e

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1839 | | pagina 106