I 25 den last ran Florisom de burgerlijken en niet de edelen meerdere voorregtcn toe te kennen en tot den adel te verheffen of zij haren oorsprong had in de handelwijze der Graven toen hij uit handen van Guy van Vlaanderen ontkomen de van Borselens ver bande, en Jan van Renesse en Dirk van Brederode liet gevangen zetten, of zij alleen hierop gegrond was dat hij het bondgenootschap met Engeland als minder voor- deelig beschouwde en daarom varen lietom zich met Frankrijks vorst te vereenigen, een maatregelwaartoe velen der edelen medewerkten of een ongeoorloofde omgang van den Graaf met de dochter van een' zijner onderzaten, dat misnoegen opwekte of dat, eindelijk, de vrees ontstond, dat graaf Floris zijnen onechten zoon Witte van Haamstedezoon van de dochter van Hen- diik VII, heer van Heusde, in plaats van zijnen wetti gen zoon Jan, die zich sedert jaren in Engeland be vond, tot zijnen opvolger bestemde, voor welk laatste wel eenige waarschijnlijkheid bestaat(42) het onder zoek naar dit duistere en moeijelijke vraagstuk ligt niet op onzen weg. Evenmin zullen wij ons verdiepen in eene regtskundige beschouwing van deze daad der edelenom Hit de beginselen van openbaar- en volkeren- regt na te gaan of zij daartoe beweren kondengereg- tigd te zijn, dan of hunne handeling eene daad van willekeur wasdaar dit alles ons te verre zou vervoeren en met ons tegenwoordig onderwerp in geen verband 2,

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1839 | | pagina 113