27 onwaarschijnlijker is het, dat iemand, die den Grave Was toegedaandaarover zoude gesproken hebben met zijne knapen wier gezindheden hij niet koude kennen zonder den hoofdpersoon te waarschuwen Maar buiten dien is de vraag of zulk een gedrag vallen kon in Renesse die na de spanning tusschen Guy van Vlaan deren en I loriswelligt zijn ongelijk inziendezich geheel met hem verzoend haddie van zijnen tegenstander zijn getrouwe vriend en voorvechter geworden was; die door zijnen Graaf met weldaden en gunsten werd overladen en daarvoor zoo dankbaar was, dat hij in den strijd voor hem geene gevaren schroomde en zelfs een tienmaal groolere legermagt trotseerdedie in des Graven ver trouwen deelende hem op zijne reizen vergezelde ja zelfs een der eerste medeteekenaars was van het verbond dat men nu als een voorwendsel gebruik te, om bijzonderen haat in zijn vorstelijk bloed te koelen. Men wijze hier niet op zoo vele voorbeelden uit de geschiedenis die vol doende aanloonen dat zoo menig werf de ijverigste voor standers en do meest begunstigde lievelingen der vorsten zoodra het geluk hun den rugkeertof zelfs het gevaar hen tegeugrimtden weldoener verlaten en den nieuwen gebieder met slaafsclie onderwerping te gemoet juichen. JVeen! de Zceuwsche edelman, de wakkere krijgsheld, de trouwe Renesse behoorde niet tot die blinkende zand heuvels gelijk Jean Paul zo noemt; men moge hem eerzuchtig driftigtrotsch noemen een kruipereen

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1839 | | pagina 115