31 een neef van graaf Floris en Jan ran Avennes ook maar- het schijnt ,dat de laatste hem iets naffer in den bloede bestond en dus eigenlijk meer regt had op de Toogdij dan zijn tegenstander. (49) Jan Tan ATennes werd door vele der Hollandsclie en Zecuwsche edelen vooral die het Terbond met Frankrijk hadden bezegeld, en door eenige stedenwaaronder met name Dordrechtaan gezocht spoedig in Holland te komen om de voogdij op zich te nemen; hij gaf hunnen wensch gehoor en zond zijnen broeder Guy Tooruit die met graaf Diik yan Kleef, mede een mededinger naar de Toogdij eenige schikkingen in orde bragt. Weldra -volgde Jan Tan Aycnnes zelfkwam te Dordrecht en had binnen kort eenen uitgestrekten aanhang. Middelerwijl had de koning van Engeland verzocht, dat men afgezanten uit de landstreken en steden, tegen St.Maartensdag,(ll Novem ber) 1296, naar Engeland zou zenden om met Jan, zoon en erfgenaam van graaf Florisover het voltrekken van zijn huwelij k (50) en de bevestiging van het verbond eer tijds met graaf Floris aangegaan, te handelen. Jan van Avennes schoon der Engelsche partij niet toegedaan verzette zich hier tegen nietmaar voegde zelfs eenige afgevaardigden uit de edelen eu steden bij de Engelsche gezanten en onder dezen ontmoeten wij weder onzen Jan van Renesseeen nieuw bewijs voor de juistheid onzer stelling dat de edele Zeeuw niet tot de moor denaars van Floris behoord had. Hoe toch zou andexs

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1839 | | pagina 121