37 leen bezat, niet alleen op de zonen, nit hun huwelijk geborenzouden overgaan maar ook, bij ontstentenis van deze op hunne dochteren. En eindelijk zette de benoe ming tot Baljuw Tan Zuid-Holland deze onderscheidene gunstbewijzen de kroon op, zoodat wij uit alles zien en Toldoende opmaken kunnen dat het gedrag van Renesse jegens graaf Jan zoo wel als jegens graaf Floris allen lof waardig zal geweest zijn. Maar, gelijk oreral en ten allen tijde de eergierigede wangunstige en overmoedige den voorspoed van den braven man met wangunst en nijd gadeslaatzoo ging het ook in deze landen, en een Renesse kon de vruchten zijner onberispelijke trouw en verhevene dapperheid niet in rust genietenzoo lang de sluwe naar eer en vermogen dorstende van Borselen invloed op liet hoofd van den Slaat kon uitoefenen. Naijverig op zijne toenemende magtvreezende voor zijnen aanwinnenden invloed op den graaf en de open bare aangelegenheden angstig welligtdat de rond borstige krijgsman als een opregte Zeeuwden graaf de oogen mogl openen omtrent de handelwijze van zijnen gunstelingzocht hij niets lieverdan hem uit het land te verwijderen en, even als hij vroeger Dirk van Brede- rode door zijnen invloed uit den raad had weten te verbannen, zoo ook Renesse onschadelijk te maken. Eene kleine oneeuigheidtusschen den graaf en den hertog van Braband ontstaan, waarvan de oorzaak niet bekend is, gaf hem daaitoe eene geschikte gelegenheid

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1839 | | pagina 127