dat, na dat zijne onschuld ten yolle gebleken was, de wel zwakke,maar niet willekeurige en boozo Graaf het offer van den laster te hoogcr zou achten en de valsche aanklagers naar geregligheid straffen, wisten ook aan deze zijne vordering ecnen nadeeligen glimp te geven en den Graaf te bewegen,dit billijk verzoek af te slaan. Nu, des te zekerder overtuigd van hun boos opzet, ver liet Renesso zijn kasteel niet, maar maakte zich met zijne bezetting van 360 man tot dapperen tegenweer gereed. Weldra rukten de benden des Graven naar zijne goederen op, verwoestten wat zij konden, belegerden Moermonten middelerwijl werd het vonnis van ver banning over hem uitgesproken en alle zijne bezittingen verbeurd verklaard en weggeschonken aan gunstelin gen en aanhangers des Graven. Alleswat onversaagde moed vertrouwen op eigen krachtkunde en het regt der zaak,bij cene zoo zwakke bezetting tegenover zoo danig eene overmagt vermogt, werd beproefd en be werkstelligd ,maar eindelijk na eeuige maanden lang beleg toen de burg gedeeltelij k in een puinhoop ver anderd was de ellende en het gebrek van binneu ten top was geklommen en de vreesselijke hongersnood even zeer prangdeals de woedende aanvallen des vijands moest het kasteel Moermont bukken voor het geweld, en niet eerder rustte de naar ivraak dorstende Wolfert, dan toen do gehecle heerlijkheid met den grond gelijk gomaakt en Jan vanRenesse zijne landpalen ont-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1839 | | pagina 131