43 selen ontkennen en zelfs vermeehendat Renesse nimmer heer ran Haemstede geweest is. Wij twijfelen evenwel,of te groote vooringenomenheid met den natuurlijken zoon van graaf Floris overigens een zeer verdienstelijkheid, hen in dezen niet wat te verre doel gaan, daar toch uit geen der geschiedschrijvers ons is gebleken, dat deze beschuldiging van Witte vroeger openlijk is tegengespro ken en het ook niet zoo geheel onnatuurlijk zou ge weest zijn dat de zoon van den vermoorden Graaf, den edelmandien men beschuldigde daarvan geweten te heb ben zonder het te verhinderen met leede oogen aanzag. En van waar vindt men dan in iedere geslachtlijstom trent het oud adelijk Zecuwsche geslacht der Renesse's hen ook als heeren van Haemstede genoemd Hel komt mij veiliger voorin het midden latende hoe veel deel Witte van Haemstede aan de ongenade van Renesse gehad hebbe aan te nemen, dat wel degelijk de heer lijkheid Haemstede onder de goederen der Renesses be hoorde maar dat Witte van Holland de eerste afzon derlijke heer van die heerlijkheid geweest is,en tot het bezit dier waardigheid gekomen is door den giftbrief van graaf Jan, Maar welligt vraagt men hier, hoe dan in dien giftbrief koude voorkomen dat «des graven vader die heerlijkheid aangekomen was van Jan's dood van Haemstede of andersins (65) en wij erken nen, dit niet gaaf te kunnen oplossen ,maar gelooven op grond van de overeenkomst in alle de geslachtlijsten

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1839 | | pagina 133