61 aau Guy mede waarin hij hem daarvan verwittigde en waarschijnlijk den dag bepaalde, waarop nu de vrede zou eindigen(73) en deze dag schijnt den 9Maart 1304 te zijn geweest. (74) Willem bereidde zich tegen dien tijd ten oorlog en verkreeg, op zijne aanvrage om hulp de verzekering van de edelen dat zij hem op eigene kosten en van de gemeenten dat zij hem met dubbele manschap dienen zouden eene zaak «die men ghehoert hat selden,»(75) Middelerwijl hadden de poorters van Zierikzee die het met hom hielden het slot Bloodecburg bemagtigd en dit den veldheer geboodschapt met dringende bede, spoedi» tot hen te komen, om den krijg voort te zetten. (76) Willem verzamelde de onder zijne vanen ten strijde gaan de Kennemers Stichtschen en West-Friezen te Schiedam en in Ylaanderen,en toog van daar naar Zierikzee zon der de benden van zijnen bisschoppelijkeu oom Guido af te wachten ,(77) die met de bovengenoemde hulptroe pen des woensdags ,den 18 Maartaldaar komen zouden. Dadelijk na zijne aankomst beproefde hij deYlamingers en Zeeuwen die te Oorlzee verschanst lagen tot den strijd uit te lokken maar deze waren op hunne hoede en zijn plan mislukte alzoo. (78) Toen hij in do stad was teruggekeerd, werd hij te gelijk met Nicolaas van Putten en Witte van Haemstede die hem vergezelden ridder geslagen en bevorderde kort daarna zelf, 48 zij ner mcdgezellen tot dien stand, (79) Daarop vernomen heb

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1839 | | pagina 155