Wij Jan Grate tan Holland Zeeland en Heere van Vries land maken kond alle luyden met kennisse der waarheyd dat vrij bij autoriteyt en toedoene eens hoogen mans ons lieten nete Jans tan Arennes (bij wiens autoriteyt wij alle dink doen) hebben gegeten ende geten Witten onzen lieten broeder rrijeliken alle dat goed dat onzen Heere rader (daar God de ziele afhebbe) aanekomen was tan Jans dood tan Haemstede of andersins. Gegeten des dynsdags na's Victors dach in 't jaar ons Heeren 1299 te Dordrecht. (CC) Zie Melis Stoke dl. VIIts. 7-20 en de aanteekening tan Huidecoper. (67) Zie oter Remerswale Huidecoper breede aanteekening op Melis Stoke B. VIIts. 52dl. III p. 76. (68) Matlheus Anal. T. III, p. 192. (II. C. 1738 4.») (69) Wagenaar "dl. III, 153-154. Bijt. op Wagenaar, III st. bl. 44. (70) Stoke B. VIII ts. 7-46. (71) Melis Stoke en Jan II, B. VIIen Wagenaar, dl. III 156. (72) Zoo ten minste komt het terdrag bij Wagenaar toor dl. IIIp. 158. Verg. Bijv. en Aanmerkingen 3.e stuk bl. 44 maar terder schijnen de toorwaarden onbekend te zijn gebleren. (73) Zie Melis Stoke dl. VIII ts. 504-525 en Huidecoper aldaar in nota ad ts. 504 en 5u. (74) Huidecoper op Stoke dl. VIII vs. 540. (75) Stoke dl. VIII ts. 560 seqtj. (76) Wagenaar, dl. III, p. i59.Stoke, dl.VIII, ts. 601-624. (77) Willi Procurator, ad annum i303. Wagenaar als boten. (78) Stoke, dl. VIII, ts. 646 659. (79) Stoke id. dl. VIII, p. 660-679.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1839 | | pagina 168