OP ROOSJES DERDEN VERJAARDAG Het was ran ouds 't gebruik bij alle braaye lieden Oin ymantdie verjaard, een' zcgenwensch te bieden; Dit dagt ik toen ik was gezeten aan den kaardt En wel op deezen dag, dat Roosje lief verjaart. Kom dagt ik'tis nu tijd; 'k moet nu een vaarsje schrijven Wou nu mijn zangodin mijn hand maar gunstig blijven Ik nam een hupsche pengesneden na de swier En schreef het volgend dicht in haasten op 'tpapier: Kleijn Roosje van zoo sclioonen kleur! Kleijn Roosje van zoo schoenen geur Veel waarder als een diamant, O, pronkjen van het gansche lant Schoon gij nog jong en teder zijt Eu niet en weet van haat of nijd, Bovenstaand gedichtje is uit den eersten tijd van Bell ami. Wij plaatsten het gaarne, omdat het zich onderscheidt door eene ndive eenvoudigheiddie doet denken aan Yader Cats van wien het denkelijk eene navolging is; maar dan ook vooral niet de minst gelukkige die wij kennen. De geest xan onzen grooten

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1839 | | pagina 170