80 Als een reeks Tan kleigebergten In liet hart der zee gevormd Boodt ge een vrij verblijf aan dappren Schoon door vloed en vrind bestormd. De afgrond dien gij waart ontworsteld Vorderde u al brullend weer; Doch het scheppend kunst vermogen Ging natuur vol moeds te keer. Stoutbebolwerkt door uw' dijken, Spot gij met der eeuwen vlugt En gij kroont der menschcn pogen Met uw' meer dan gouden vrucht. Rustvol blikt de nijvre landman Op een zee van golvend graan Bij het worstlen van uw dijken Met een' wilden Oceaan. Hier en daar is de overwinning Door dien vijand wel behaald, Maar dan heeft de kunst ook elders Krachtvol weer gezegepraald. Zeeland wieg der achtbre kunsten Kweekschool van verheven roem In den gloriekrans der volken Praalt ge als oen onwelkbre bloem. Dapperheid bewoontsints eeuwen Uw' aan trouw gewijden grond;

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1839 | | pagina 174