DUINWANDELING
Onlvang me op nieuw in. d' uitgebreiden kreits
Yan uwe vlakte o stille duinvallei
Ontsluit me op nieuw, bekoorlijke eenzaamheid,
Dit kalm gebied dat ge als Yorstin beheersclit
Eu schenk mij rust aan uwen moederschoot
Ja, dierbre rust! al woont ge in t heiligdom
Der wouden óókomlispeld door t gesuis
Yan d' adem Gods. die door de toppen vaart;
Schoon ge ook aan 's beekjes oever vriendlijk lacht,
En vaak verdiept in zoete dweeperij
Naar 't lief geluid der hamelklokjes hoort
't Is hier toch dat de moêgetobde geest
U 't liefste zoekt, on 't stil verkeer met God.
Zijt mij gegroet, gij blanke heuvelkruin
Zoo vaak mijn outer Uw vertrouwde vriend
Smeekt weer 't genot, dat gij zoo vaak licm sclionkt.