stoffe des bliksems ca die der electriciteit volkomen dezelfde waren. Het dadelijk bewijs echter ontbrak nog: doch dit be zorgde ons de onsterfelijke Be.vjam ik F ras klik omstreeks het midden der vorige eenw. Bij eene opkomende don derbui liet hij eenen vlieger op; de bliksemstof daalde onzigtbaar langs het koord af, Fraïklik bond er eenen sleutel aanen deed toen met de afdalende bliksemstof eenige proeven, volmaakt op dezelfde wijze, als met de aardsche electriciteit, en zoo was het nu ééns voor altijd onbetwistbaar beslist, dat de bliksem niets anders was, dan de uitbersting der electrieke sloffe in de wolken opgehoopt. Daar men nu door de ondervinding wist, dat de bliksem niets beschadigde, zoo lang hij metaal kon volgen, en men even zeer wistdat de metalen de beste geleiders voor de electriciteit warenkwain men weldra op het denkbeeld om hooge gebouwen en huizen door het aan voegen van koperen of ijzeren staven of ook van looden reepen te beveiligen en den bliksem bij zyne uitbersting als op te vangen en schadeloos inden grond af te leiden een denkbeeld, dal zich al spoedig heeft verwezenlijkt en met het best gevolg is bekroond. Wat nu bij het plaatsen van zoodanige afleiders, is in acht te nomen, kan men vinden in de tenjare 1836 uitge- geveneHandleiding tot het stellen van hliksem-afleiders door den luitenant-generaalBaron KnAAijEKuorrwaar

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1839 | | pagina 181