men teTens een en ander voorbeeld aantreft van het nut door afleiders te weeg gebragtzoo veel het Vaderland betreft. Wij zullen dus hier nog een en ander sterk sprekend geval aanvoerenvan elders ontleend. De nuttigheid eener inrigting wordt allerbest door haar algemeen gebruik bewezen, 't welk eindelijk over allen tegenstand zegepraalt. Wat heeft men in den beginne al zwarigheden in het midden gebragt tegen de stoom- uaartazjfezz/intusschen zijn zij thans in algemeen gebruik, en van het onwaardeerbaarst nut erkend. Het aantal bliksem-afleiders moge in onze gewesten betrekkelijk voor als nog, niet groot zijn maar in Duitschlandwaar men vele en zware onweders heefttelt men ze niet bij honderdenmaar bij duizenden. Menigvuldig en te veelom ze aan te voeren zijn aldaar do gevallen waar de bliksem op afleiders vallendovolkomen werd afgeleidzonder de gebouwen in het minst te beschadi gen; zoo zelfs, dat de bewoners der gebouwen soms niet eens wistendat de afleider getroffen was. De klokkentoren van St. JUarcuste Venetieis zeer De Abdijtoren te Middelburg is in 1476, 1568 en 1712 door den bliksem getroffen en telkens tot op het muurwerk afgebrand. In het voorleden jaar heeft het Ed. Achb. Stads- Bestuur hem met eenen afleider doen voorzien. Eanige lieden noemden dien den staart van den Duivel. Hoedanige die wijzen waren behoeft niet te worden aangewezen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1839 | | pagina 182