93 ca goddeloos do door storm of omveder vernielde of besciiadigde gebouwen weder te herstellendan is bet zondig en goddeloos onze dijkendoor zoo veel kostbare werken van paleulioofden steenen, rijs-en kramwerken tegen de woede der zeo te beveiligen—dan is het zondig en goddeloos daken op de huizen tegen den regenhagel en sneeuw te leggenja dan is het zelfs zondig door eene parapluie den vallenden regen en voor de Sekse, door een parasol do zonnestralen van zich af te houden: want do zon en hare hilte, de zee en hare beweging do stormen en hunne woede, de regen, hagel en sneeuw zijn alle door dezelfde scheppende Almagtals de bliksem voorgebragt en aan wetten gebonden. Maar wie voelt niet, dat dit alles aan zinneloosheid grenzen zoude? Yoor 't overige heeft de Almagtige goedgevonden, in de natuurlijke en zedelijke wereld en met wijze'bedoelin- gen,het onaangename naast het aangename te plaatsen. Maar zou men daarom niet voor zegen erkennen hetgeen waarlijk zegen is? Zoude het onweder geen zegen zijn, omdat het somtijds verwoestingen aaurigt? Heeft de wind geene waardeomdat het stormt Mag de regen geen zegen heeten omdat hij te hevig vallende, schadelijk kan zijn? Is de zonneschijn geene weldaad ondanks de zomerhitte? Teistert de zee onze dijken en water- keeringen van waar zou ons de regen komen als zij er niet was Zou men wenschen geen vuur te hebbenomdat men gedurig hevige en verschrikkelijke branden heeft? en wat men incer zoudo kunnen noemen. Heeft ook

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1839 | | pagina 187