108 lieer Wolfekt bleef doof roor de stem van het waar schuwend geweien; en toen het daglicht wederom begon aan te lichtenwierp hij als kindervrees de ontroering van zijn geschokt gemoed van zich en volhardde in zjjn, boos opzet, om aan zijn bijzonder belang de belangen der drie Graafschappen te onderwerpen. Daarvan strekke ten bewijze zijne terugvoering van graaf Ja» naar het kasteel Zandenburg daarvan blijke in zijn gedrag te Riemerswaletoen hij Bkeuehode listiglijk verwijderde; daarvan zullen getuigen de aanklagt tegen Jas vas Reïesse de toecigening van het slot Ysselsteijn de bedreigingen legen Dordrechtmaar vooral het onbe paald gebied dat hij zich over graaf Ja» aanmatigde door dezen op het slot Wijenrode eone akte (30 April 1297) te doen onderschrijven, waarbij de Graaf beloofde in alles 's heeren Wotferts raad te zullen opvolgen, en niets te doen zonder diens raad onder belofte van be scherming van zijn persoon, indien heer Woi.fbut des wege moeijelijkheden mogt ondervinden. Toen de eerste dag der achtste maand des jaars 1299 was aangebrokenwerd in waarheid veranderd hetgeen de heer van Zandenburg op zijn kasteelruim twee jaren vroeger, zich in eenen droom had voorgespiegeld gezien. Toen klonken werkelijk de moordkreten: Geeft ons den verrader Geeft ons den verraderof wij steken

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1839 | | pagina 204