134
toch eenvoudigheid bij verhevenheidzal het hmsselijk
leven door het kerkelijke geheiligd worden,en de ziel,
zonder te zeer uit den gewonen kring te treden gelegen
heid vinden, om zich te ontlasten voor Hem, wiens gunst
men gevoelde boven alles noodig te hebben. Men vindt
hier dan ook geene kruispanden en gewelven, nock
donkere gaanderijen met krijplen en kapellen, mam
een eenvoudig voorhof met eene geboogde houten zol
dering, als ware zij de groote familiezaalin welke het
huisgezin zich rondom den algemeenen Vader verzamelde.
Aanhaar oostelijk einde, tegen over den ingangziet men
nog het half in de schaduw verborgen koor, hetwelk,
als bestemd voorde verhevenste verrigtingeneene meer
dere verheffing had en door cenen hoogen scheidiugs-
boo" van het overige was afgezonderd doch zóó dat den
binnentredenden het heilig altaar van waar hem de
zon des eeuwigen levens moest opgaan,ook onmiddelyk
in het oog moest vallen. Nergens ontwaart men eemgen
bijzonderen praal; maar het geheel is gegrond opzuiver
meetkundige figuren alles is regthoek driehoek veel
hoek en boog,welke afzonderlijk en met elkander eene
beteckenis hebben en welke gezamenlijk zich in eene
schoone en algemccne overeenstemming mieten hebben
opgelost.
Beschouwt maar eens den toren dien w.j nog tn alle
zijne deelen kunnen bezigligen, welks vorm van d.en
der meeste Zceuwsclie kerktorens geheel afwijkten du