150
Die God heeft aller plaats berekend
Wie ieder aan zijn zijde heeft
Dat heeft zijn zorg ons voorgeteekend
Met alles wat zijn liefde ons geeft.
Doch wat geregten hen verrasten,
Hij vordert wijsheid in zijn gasten
En laat de vrijheid aan hun keus.
Hij dwingt noch wederhoudt ons immer
Maar roept ons toe: «Yergeet het nimmer
»Weest hier verstandig, goed en heusch
Men zij dan in zijn lot tevreden
Wie nevens ons een plaats bekleedt
Die zij ons welkom hier beneden
Want onze booge Gastheer weet,
Wat volgrang dient in acht genomen.
Zoo zij men vrolijk zonder schromen
Maar lette ook op der gasten wensch.
Men leere zich al vaak eens schikken
Het gastmaal duurt slechts oogenblikken
Yoor ernst en boert is steeds een grens.
Nooit zij een dischgenoot beleedigd
Door vinnig woord of spotternij
Yooralmen blijve steeds bevredigd
Met hen die zeetien ons ter zij I
Men mag voor zich alleen niet zwoegen
Maar zoeke Jt algemeen genoegen