5 is. Boxhorn toch deelt eenlatijnsch onderschrift mede door den heer Jacob van den Einde onder eene schilderij Tan het slot geplaatst, waarin gemeld wordt, dat het reeds 400 jaren lang de verblijfplaat der edelen van Haamstede geweest wastoen het in 1525 voor een groot gedeelte door de vlammen werd verteerd. (5) Deze heer lijkheid mede tot de bezittingen der eerste heeren van Renesse behoorende werd, in 1299, door Jan, graaf van Holland en Zeeland, aan dezelven ontnomen en geschonken aan Witte van Holland, natuurlijken zoon van graaf Floris V. (6) En eindelijk Burg een half uur van Haamslede eene wel beplante en vrolijke landstreek. Hier woonden de heeren van Renesse wier ges.acnt een der oudsten en aanzien] ijksten van Nederland ge naamd mag worden en wier afkomst liet der moeite waardig is, hier korlelijk na te gaan, eer wij tot de eigenlijke lotgevallen van Jan III overgaan. Alle oudere en latere schrijvers over de Geschiedenis des Vaderlands of de Genealogie der oud-adellijke geslachten stemmen overeen in de opgave van den oorsprong der Renesses en beschouwen hen als van de graven van Holland af komstigmaar verschillen in zooverredat sommigen het er voor houdendat zij van de mannelijke linie anderen dat zij van de vrouwelijke afstammen. In de Jfederland- sche Bronijk in die van de Abdije van Egmond door Jan van Leiden, en bij andere schrijversomtrent dien

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1839 | | pagina 93