7 beurte vielen en die alzoo dc stamvader werd van dit bekende geslacht. (8) Jan van Leiden meldt aangaande Pcregrinus reliquit unam feliam, quam duxit Coines dc SeyndominorumYornensium propagator.» Yolgens dit gevoelen zou dan Pelgrim van Hollanddc groot vader geweest zijn van Floris III, heer van Yoorne en Hirkeerste heer van Rcnesse. (9) Yan Leeuwen evenwel i-n zijne BataviaItinstrata zegt: dat Pelgrim, jonger broeder van graaf Floris IIItot vrouwe had de dochter van den graaf van Seyn uit Buitschlancl namelijk waar hij spreekt over Birk stamvader van de Renessesmaar een weinig later, sprekende over de heerlijkheid Yoorne noemt hij zijne vrouw, de dochter van den graaf van der Lippe en alleen deze laatste aan- teekening schijnt Hoogstraten te hebben opgemerkt. (10) Bij dit laatste gevoelen teekent v. Leeuwen aan dat het uit verscheiden oude manuscripten cons teertmaar wijst zijne bronnen niet aan. Tegen de stelling van Jan van Leidendat Pelgrim de grootvader was van den eersten heer van Reuesse pleit het volgendedat hij namelijk Floris van Yoorne en Birk van Renesse noemt onder de edelen, die ten tijde van Birk YIgraaf van Hol land, in 1156 overleden leefden (11) en verder eencn brief van graaf Floris III van 1174 aanhaalt, welken zij als getuigen zouden hebben onderleekendwaaruil dan zou volgendat zij bij het leven van hunnen overgrootvaderreeds onder de Edelen zouden hebben

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1839 | | pagina 95