5
Minder voel ik daar de smarte
Meer het zoet der levensvreugd
Warmer klopt mij daar het harte
Voor de vriendschapliefde en deugd
Ja, de schoonste plek der aard,
Is mij min dan Zeeland waard.
Eenmaal vloei' met kroost en gade
Onbekend en onbenijd
(Schenk o God, mij die genade!)
Arm aan zorg mijn levenstijd
Zeeland aan uw' vruchtbren boord
Zachtkcns naar zijn eindpaal voort!
Ja aan uw' mij dierbre kusten,
In den ouderlijken grond,
Logge ik eenmaal 't hoofd te rusten,
Waar mijn schommlend wiegje stond
Sluimre ik vreedzaam in uw' schoot
Tot aan 't jongste morgenrood.
Moge ik daar met vriend en magen
Van den doodslaap opgestaan
't Licht der eeuwigheid zien dagen
Dat eens allen op zal gaan
Ruilend grond van mijn geboort
U voor 't zalig hemcloord
St. Maartensdijk.
J. WAS.