1
7
I.
«I
Alleenlijk bestonden er nog zekere bussen of kassen
waaruit de overgeblevene schutters de hen ontvallende
broeders bleven begraven(3) hetwelk zij zoo lang vol
hielden tot dat ook dit van zelf vervallen moestdaar
zij geene nieuwe schutters meer aannamen.
Zoo hadden de schutterijen een' zachten uitgang
terwijl hare reeds verlatene gebouwen mede ten val
neigden. Het lust ons,daar er bijna geen spoorvan de
zelve meer overig iseenige losse gedachten over dezelve
mede te deelen ter herinnering.
Wij beginnen met de schutterij van de edele Basse
welke in de Wijngaardstraat een voor het doel heerlijk
ingerigt gebouw bezathetwelk beneden eene ruime
plaatsen eene overdekte gallerij hadterwijl van boven
eene groote zaal gevonden werd. Uit het octrooi blijkt,
dat deze broederschap den ff. Adriaan (waarvan nog
het Adriaansstraalje) tot schutsheer koos, aan wion in
Zeeland reeds ten tijde der kruistogten Ridderschappen
waren toegewijd.
Het opschrift boven de poort was aldus
Ista arma fortibus viris sant decori.
dat is:
Leze wapenen zijn dapperen mannen tot sieraad.
In onrustige tijden heeft de kwaadwilligheid aan dit
opschrift de schendende hand geslagen en voor het laatste