13
I
Naauwelijks behoefde een Yaderlandsch dichter (9)
hun toe te roepen
Is 't u bekend getrouwe Burgerscharen
Die 't Vaderland uw dienst hebt toegewijd
Hoe onverzaagd in 't harnen der gevaren
Ons voorgeslacht zich kweet ten allen tijd
.Ta, zij kenden de deugd der vaderen, gevoelden
hunne afkomst, en verzaakten die niet. Op de eerste
roepstem des Koningsvloog jong en oud te wapen.
De edelen des lands schaarden zich bij mannen uit de
mindere volksklasse. Er geleek geen onderscheid. Het
waren allen Nederlanders, allen bezield met denzelf-
den geest jsekoragt 31 aakte magt.
Dit boezemde den overmoedigen vijand ontzag, en
het partijdige Europa eerbied in. Altijd zij hun daarvoor
onze dank toegebragt: want zij hebben vele opofferin
gen en ontberingen doorgestaanals daar op grens of
wal de gure nachtkoude hen om de leden woei, en
een strooleger huuue slaapplaats was; en meer dan dat
hebben zij gedaan, zij hebben den vijand onder 'toog
gezien en verslagen.
Dat mogen onder anderen Houthalen en het Haze
Gras getuigen.
Wel het Vaderland.dat zulke wakkere burgers: wel
den Yorstdie zulke strijdbare onderdanen heeft!
Niemand zal ons hier van overdrijving beschuldigen
want het was toch verwonderlijkhoe op cén oogenblik