34
twistappel, totdat everard, Bisschop van Doornik en «erembald,
heer van Lissewegc, haar in 1174 van den abt laürentius kochten
entoteene Cister denser abdij verhieven, welke tot in del 6.® eeuw
bestond, doch bij de gebeurtenissen in de laatste helft dier eeuw
verwoest werd. Iïare bezittingen gingen toen over op het Bisdom
van Brugge
(3) Bridorp heeft, als dorp, waarschijnlijk naam en oorsprong
te danken aan den torp of terpwelke weleer ten 0. der woningen
lag. Men vond, bij het slechten er van, in denzelven houtskool,
asch, beenderen en eenige onkenbare koperen muntjes. Aan den
voet vond men overblijfselen vaft vier eiken palenter lengte
van twee ellen in den grond, als of zij tot afsluiting des heuvels
hadden moeten dienen. Was het eene oude offerplaats
wij vermoeden het.
(4) Floris van Voorneschijnt reeds voor 1173 zijnen vader
als burggraaf van Zeeland te zijn opgevolgd. Boxhor* zegt in
1166, en het zou kunnen zijn, want floris hügo komt reeds in
1168 onder de edelen voor, die voor den graaf borgen bleven.
(5) Onder de wapens der heerjijkheden van Beoostenschelde
bij smallegange vindt men ook Ter Doustzijnde goud met
negen in twee reeksen aan een gehechte ruiten rustresvan f
keel: dit zal dan wel het wapen van dit klooster zijn geweest.
O. L. Vr. op zee aldaar had zilver met drie ruiten van sabel.
Ook elders in Zeeland en den omtrekhad de abdij wel goe
deren doch aan deze kan hier niet gedacht worden. Wouter
van Eg mond en anderen schonken haar in 1200 den Albrants-
waard in Putten, welke haar later ontnomen, doch door koning
willen in 1248 hergeven werd. In het Hulster ambacht had
7,ij de geheele heerlijkheid Graauw met 950 bunders land, zoo