PIBÖ HARDA. J. Cahoi.cs meldt in zijn boek: de Jtebus Billnei in Frida gestiiL. Ip. 14 liet navolgendeZoo hebben op Ameland do benden van biilij meer dan eens, »de vijanden en dien schandelijken hoop van zeerovers overwonnen. Onder welken fieo habba een man van edele af komsthet treurig lot onderging van in een blocijenden leeftijd door het zwaard van 's Konings soldaten om te komen. Men verhaalt van hem dat hij met andere Friesche edelen gebannen, door zoo groot een verlangen naar zijn VAdcrland verteeid werd, datschoon hij nimmer een schip had bestegen met voornemen om te vrijbuiten, hij zich echter naar Ameland liet overvoeren met dit doel alleen om van dat eiland van waar men Friesland kon aanschouwen, naar zijn verlaten Vaderland heen te ziendewijl het hem naderbij verboden was.Hij liet een eenigen zoon na, fedde genoemd. Zie te water, Verbond der Edelen, dl IIbl. 448. Aan 't uiterst eind, op 't vlakke Zuiderstrand Van 't dor en heuvlig Ameland Haar stond van druk en kommer overmand

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1840 | | pagina 157