YERZOEK VI vil Vil V\Vt l/liVll/tVlit/l VlVlil/l 1/1 vil VIVt. Vl Vil \z\v% AAN DEN JIEER STADS ARCHITECT IiELAST MET DE RANGSCHIKKING DER KERMISKRAMEJ' Is de mensch zoo dwaas gezind Dat hij welbehagen vindt In het eigenbalig woelen Rust- en Cenlenroovend joelen Tan een' naakten kermishoop (Vruchtloos keert men toch den loop En der tijden smaak en geest) Welkom dano kermisfeest Elk wenscht van die klucht, een deel Zoo ook ik ofschoon niet veel. Dit slechtsdatlangs onze kaaijen 't Oorenkwetsend orgeldraaijen En 't gegons der doedeltas Onder vlijmend kraaigekras Dat do zenuwen ontstelt, Mij zoo weinig mooglijk kwelt; Dit slechts: daar 'k aan de overzij In een kakelbonte rij Tot der kindren groot genoegen, Kraam aan kraam zie zamcnvocgen

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1840 | | pagina 168