51 Straks geruid met kant en doek Wafels taailap zoetekoek Reeds zoo dikwijls uitgestald Dat het kaauwen moeilijk valt; Daar mijnheer schier huis aan huis k Zei haast roekloos op een kruis) Op een keurig kraam mag hopen; Daar om strijd de sjaghlers loopen Doch geen enkle schijnt gezind (Zoo men voorgeeft om den wind, Maar alleen uit willekeur,) Zich te plaatsen voor mijn deur; Zij me aldus do vraag vergund g'j 't zóó niet schikken kunt, (Moge 't U ook lastig vallen Dat één enkle van die allen, Die veel verwig lint of chits, En verzuurde koek of sp.its Veilen onder luid geroep Zich ook neérslaat voor mijn stoep? Liefst toch zoo mijn wil geschiedt Had ik Belg noch Israëliet: Deze is op de hand wat taai Gene maakt te veel lawaai. Zierikzee. J. BERMiV.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1840 | | pagina 169