HET RIND, BE SPIEGEL EN DE BEER. VliWlfliVlVIVU/l \y\X/% Wk/VVVt ^VliVt V% T/1l'V% vii/% EEÏJE FABEL. Een man die meer dan eens een blijk Van zijne wijshoid had gegeven Aan kennis en aan deugden rijk. Elks achting had verdiend door zijn voorbeeldig leven, Durfde op een dag in 't openbaar, Met veel vrijmoedigheid vau zijnen Koning spreken. Dit bragt hem in een groot gevaar. .Geen wonder want wat Vorst hoort gaarne zijn gebreken? De Koningoin die daad verstoord Moestzoo hij waantzich regt verschaffen Eu met den dood die misdaad straffen. Maar (dit was zijn geluk) de wijze werd gehoord Toen sprak hij (zulk een taal en moed Bezielt slechts reinen van gemoed.) «Een kind der Oudren smartontaard van deugd en zeden Dat bovendien misvormd en leelijk was, Bezag zich in een spiegelglas En vond geen schaduw zelfs van die aanvalligheden

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1840 | | pagina 170