0 De zorg des hoveniers ziet gij met wrevel aan Eu klaagt en mort om leed van weinige oogenblikken Maar weet: ««bleef ai dat onkruid staan, Het zou uw groei en bloei in korten tijd verstikken. (V% Zietkindren in dit beeld een blijk Datzonder Oudren raad ge u zelv' niet kunt bestieren Gij zijt den jongen Esch gelijk, Die dwaas omdat ge uw kwaad geen' vrijen toom moogt En slechts uw' neiging volgen wilt(vieren De hand, die u kastijdtbedilt. Weetals men u genot ontzeid Waarop gij hoogen prijs blijft stellen Dat niets dan liefde ons daartoe leidt. Wat Ouder vindt er yreugde in kwellen Wanneer wij dulden dat het kwaad In al zijn kracht om u mag grijpen, Zoudt gij de vruchtenvroeg of laat Daarvan in tranen u zien rijpen. Zierikzee. J. bekmaj.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1840 | | pagina 173