58 o Evertszoncntrots der vadren o Eroedrenpaar, roemruchtig groot. Dat onvergankbren roem mogt gadren; Maar, ach! dien roem kocht met uw dood! Hier bij het marmren lijkgestcente Dat Zeeuwsche dank uw kil gebeente Ten schitterend omkleedsel gaf, 'k Wil hier den dierslen pligt volbrengen En tranen met mijn wierook plengen o Zeeuwen! bij uw heldengraf, •Vl'Vfe'VH Ja vaak zaagt gij me o tempelkoren Als knaapjen in uw heiligdom In zaalge mijmering verloren, En dwalend door uw bogen om. Daar leerden dan mijn kinderzinnen Reeds t dierbaar Vaderland beminnen Als 't erfdeeldat der oudren moed Ontwoekerde aan 't geweld der golven Eu in zijn afgrond heeft bedolven Wie dorstte naar zijn heilig bloed. VlLV*.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1840 | | pagina 176