71 hb during daarvan to hebben ten gevolge gehad; immers de kosten, die daaraan moesten wordeu besteed, zijn van tijd tot tijd zoo hoog geklommen dat dezelve op verre na niet konden worden bestreden uit de inkom sten die daarvoor waren bestemd zoodat de kamer van rekeningen van de Graaflijkheid van Holland, bij haar besluit van den 25 maart 1654, besloot, van deze dijkagie met al wat daartoe behoorde, de hand af te trekken, en dezelve te laten drijven, waardoor de on gelukkige ingezetenen en grondeigenaars geheel en al aan hun lot werden overgelaten. Tot dit wanhopig besluit schijnt te hebben aanleiding gegeven eene aanmerkelijke schade, die do zeedijken, in den winter van 1653, op nieuw getroffen had, het geen ten gevolge had dat voorschreven zeewoeringen eerst in juli des jaars 1655 en dus, na anderhalfjaar, toen do beschadigingen door het lange oponthoud aan merkelijk waren verergerd, zijn hersteld geworden. Geen wonder, dat onder zulke ongunstige omstan digheden, onderscheidene Ingelanden ,niet vermogende of niet langer verkiezendein de zware aanslagen te deelen die van dezen staat van zaken het gevolg moesten zijn hunne bezittingen prijs gaveu, als verre boven derzelver waarde door de dijkgeschoten be zwaard. Men kan hieruit ligtclijk opmaken dat zich de zee- weeringen van Bommenede niet in den besten staat A>

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1840 | | pagina 189