Zoo is mv lied wanneer't regententrots
En snoode huichlarij kastijdt;
Wanneer't, lot lioogc orakeltaal ontgloeid,
Hun' rassen val voorspelt.
Hoe lieeft ovv hart zich in den morgenstond
fles naderenden dags verheugd
Waarop (zoo waande uwe eedle ziel) 't heelal
De vrijheid smaken zou!
De vrijheidjazij kwam doch neen niet
Niet zij de reine hemeltelg!
Ach! met haar kleed omhingen List en Wrok
Verfoeilijke Eigenbaat.
En later o toen werden waarheid, regt
En vrijheid, door een' dwingeland,
Verwoeder dan sinls eeuwen 't aardrijk zag,
Met ijzren knods vergruisd!
0 heil u, dat de dood uw lier verbrak,
Aleer uw oog dien ramp moest zien:
Aleer gij - zelf, in ecdlen toorn ontgloeid,
Haar splintrend nederwierptl
Gelijk uw ziel, van slavenboeijen wars,
Zoo was uw lied ook vrij en grootsch
Eenvoudig, als Natuur, verachtte 't pronk
Eu nietig klankenspel.