Zoo is mv lied wanneer't regententrots En snoode huichlarij kastijdt; Wanneer't, lot lioogc orakeltaal ontgloeid, Hun' rassen val voorspelt. Hoe lieeft ovv hart zich in den morgenstond fles naderenden dags verheugd Waarop (zoo waande uwe eedle ziel) 't heelal De vrijheid smaken zou! De vrijheidjazij kwam doch neen niet Niet zij de reine hemeltelg! Ach! met haar kleed omhingen List en Wrok Verfoeilijke Eigenbaat. En later o toen werden waarheid, regt En vrijheid, door een' dwingeland, Verwoeder dan sinls eeuwen 't aardrijk zag, Met ijzren knods vergruisd! 0 heil u, dat de dood uw lier verbrak, Aleer uw oog dien ramp moest zien: Aleer gij - zelf, in ecdlen toorn ontgloeid, Haar splintrend nederwierptl Gelijk uw ziel, van slavenboeijen wars, Zoo was uw lied ook vrij en grootsch Eenvoudig, als Natuur, verachtte 't pronk Eu nietig klankenspel.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1840 | | pagina 204