92 Ach nietsniets zal mij kunnen baten 'lc Moet van u scheidenu verlaten U laten op deze aarde alleen Vcrschriklijk denkbeeld, aklig lijden! Waarom komt gij mijn hart bestrijden? t Is alles nacht rondom mij heen. Dan, welk een licht omstraalt mijne oogen Een Ileiland met mijn leed bewogen Üiedl mij zijn' teedre liefdehand. «Staar, zegt hij door die graven henen Ginds door de reten van die stcenen «Ontdekt ge een eeuwig Vaderland! Mijn Jezus Hoe zou 't mooglijk wezen Heb ik voor geen gevaar te vreezen; Stierft gij voor mij op Golgotha? O, dan zal niets mijn hart doen lijden; Wantna het allerbitterst strijden. Volgt dan ook de overwinning dra. Nu, dood! baart gij mij geen' verschrikking k 1 erlaat mij op Gods wijze schikking. Al wat Hij doetis welgedaan Gij zult mij van Elize scheiden Doch na een slechts kortstondig beiden Lacht ons do schoonste morgen aan.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1840 | | pagina 210