MORGENZANG. I/W* vi vit/* v%« A/*1*/*. v%. v%iL/wti wvi vit/I. vii vi. Proeve van een Schoolgezang Weldadig Opperwezen Mijn hart verheft uwe eer Daar ik gezond verrezen Mij dankend tot U keer: De slaap, o weldoend God! Schonk mij het zoetst genot. Ja! op uw wenk schonk mij do nacht Weer frisscho levenskracht De rust kon mij versterken. 0 nachtuw zachte schoot Yerkwikto mij na 't werken. Wat is Gods goedheid groot! En naauwlijks rees de zon, Die licht- en blijdschapsbron Of nieuwe gunstaan allo kant Schonk mij zijn Vaderhand.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1840 | | pagina 213