108 mededeelde. Dit een en ander in handen gekomen zijnde Tan den heer i\ ermerivs een man, steeds met belang stelling voor wetenschap en het welzijn des lands bezield gaf dezen de overtuiging, dat de metselaar van Ooster- land een man van buitengewone kundigheden was, die verdiende in hoogere betrekking geplaatst te worden en daarin nuttig kon zijn. Deze aanbevelingwelke geen Toorspraak of verzoekschrift, maar zijne kunde, door eigene oefening verkregen hem bezorgde was genoeg, om hem eene nieuwe loopbaan te openen Hij word opzigter over de Admiraliteitsgebouwen aan het Zijpe, welke benoeming geschiedde op voordragt van 's lands architect haijser, door het Kollegio der Admiraliteit te Middelburg ten jare 1788. Hier had hij gelegenheid om de werken die Zetland's veiligheid moeten waar borgen nader te leeren kennen, verbeteringsmiddelcn uittcdenken ,den loop en de kracht der stroomen gade- teslaan en op die opmerkingen en berekeningen een stelsel te bouwennadorhand met het beste gevolg door hem in werking gebragt. Zeven jaren bragt hij dus in stille werkzaamheid door welke niet onbekend bleef aan zijnen genoemden Voorstanderdie hem zelfs aanbova!om bij den Waterstaat geplaatst te worden. Dit voorstel leed bij velen aanstoot. Niemand kende hem, en weinig verwachtte men van iemand, diegeeno wetenschappelijke opleiding genoten had Men bedroog zich hierin gelijk later bleek en waarvan ook dit te»

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1840 | | pagina 228