113 het eiland Walcheren ontslaan, en 2.° tot ceno aan wijzing der middelen om Walcheren ran deszelfs over tollig tandwater te kunnen ontlasten. Van'de zes in- gekomene Verhandelingen inogt de zijne den uitgeloofden prijs wegdragen, zoowel om inhoudals wijze van voor- dragtwel k laatste te meer tot zijnen lof verstrekt, als men bedenkt, dat hij ook hierin aan eigene oefening alles te danken had. Ook iri deze verhandeling zijn zijne denkbeelden niet op gissingen of onbewezene redenerin gen gebouwd, maar uit de natuurlijke gesteldheid der dingen ontleend, en alzoo hebben zij proef gehouden. Hij toont goed bekend te zijn met het nieuwe en prijst het aan waar het met vrucht kon aangewend worden doch doet het niet met verachting van hel beproefde oude waartoe hij de sluizen brengt, die ook 0111 fFalcheren'B toestand, bij hem de voorkeur boven andere wateroutlas- tingsmiddelcn verdienen. In beide verhandelingen is, vol gens het oordcel van deskundigen veelhetgeen nog van toepassing blijftwaaronder ook wel gebragt mag worden het plan om eene waterleiding van Flissingen langs Middelburg en Feere te brengen, hetgeen een dubbel voordcel beloofde, terwijl hij de verlanding van het kanaal van JFelsingen en van het Mrnemnidensche gat voorzag waarin hij niet misgetast heeft. Deze verhandelingen blij ven dusdegcdenktcekcncn van scur.A v ra's kunde en ijver. Geen wonderdat zulk een man op prijs werd gesteld en onder alle regeringen van zijne diensten werd gebruikt

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1840 | | pagina 233