118
waaraan in tlio moeilijke omstandigheden Zeeland zijn
behoud te danken had, aanwijzen en roemen. Ook
do wijze, waarop hij do geledcne schade binnen drie
maanden herstelde, en alzoo 46 doorbraken digtte,
bedekte voor het oogenblik niet slechts de wondemaar
genas die,opdat in 't vervolg het versterkte geheel tegen
nieuwe aanvallen bestand zou zijn. Om dit nu overal
te kunnen doenook op andere zwakke puntenwerd
er evenwel veel geld vereischthetwelk hem niet altijd
verstrekt werd zoodat hij bij gebrek van middelen niet
overal konde doen, wat hij noodzakelijk keurde. Hoe
wel sommigen van oordeel waren dat ligt en digt konde
volstaan kantte hij zich hiertegen heftig aanen schroom
de nietzulks ter kennissc van het ministerie te brengen
aan hetwelk dit eerst niet aangenaam was. Doch hij
meondo dit niet te mogon nalaten, «om gelijk hij
schreef indien er soms onverhoopt toevallen moglen
gebeuren die alleen door spoed overvloed van mid
delen grondige lokale kennis en eeue onbelemmerde
contreinte over werkvolk en materialen te redden waren
geweest ,doch die door langwijligheid voortgevloeid uit
zekore forme's, moeten wachten voor vreemde wijsheid,
concerten zelfs enz. verloren gingen dan ten minste
mijne eer en de rust van mijn geweten gered te hebben.
Hij berekende dat indien men de noodige kosten ont
zag en slechts voor liet oogenblik werkte, men weldra
viermalen meer noodig zou hebben gelijk de uitkomst