120 Ook Je heer Inspecteur-Generaal van den Waterstaat a. i. goduhiaav vereerde hem steeds niet zijn vertrou wen en stelde hoogen prijs op zijne werkzaamheden. Zijn advies werd bij de gewigtigste zaken gevraagd en, al werd het niet altijd gevolgd, zoo bleek het echter daarna gegrond geweest te zijn. Dit was ook het geval met de Midilelburgscho haven waarvan hij gelast werd een project te maken hetwelk geheel verschilde van hetgeen men gevolgd heeft. Wij willen evenwel hierover niets anders zeggen, dan alleenlijk dat hij ook hierin zich niet schikte naar anderer mccuing dewijl dezelve hem verkeerd voorkwam maar die grondregelen volgde welke op de kennis van stroom en land gegrond waren, en ook in zijne genoemde verhandeling over de suatie van Walcheren zijn ontwikkeld, waaruit men reeds zijne gedachte over dit onderwerp kon opmaken. Uit hem bekende oorzaken besloot hij tot mogelijke gevolgen en hiorin bedroog hij zich zelden, zoodat hij altijd met kracht maar tevens met voorzigtighcid te werk ging. liet was om deze zijne bekende deuk- en handelwijze, dat naderhand ook lUroiEou zijnen raad inriep hij het grootc ontwerpdat, na de landing der Engelschen in Walcheren, zijnen geest bezig hield, de vereeniging namelijk van Walcheren en Zuidbeveland inct het vaste land. Hierover voornamelijk werd hij in 1811 opont boden naar Parijs, omin den groolen raad van oorlog, in tegenwoordigheid der Chefs van liet ganscho Franschc

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1840 | | pagina 240