122 die geheel uit schorgrond moest bestaan zoodanige maatregelen te nemen dat men de finale sluiting des dams in één etmaal kondo bewerkstelligen, schratek ontveinsde echter hierbij de mogelijke en zells waar schijnlijke gevaarlijke gevolgen niet, welke hij tevens met zoo veel gegrondheid ontwikkelde dat men begreep vooreerst van het plan te moeten afzienhetwelk .indien het ook met groote kosten was tot stand gebragtja zelfs een' waarborg van duurzaamheid opleverdeeven wel de oorzaak kon worden van groote schaden aan de eilanden. ileeds in 1810, had hij over de afdamming van liet Sloe in eene belangrijke memorie aan den heervAs dun hoete zijne meening ontwikkeld, waaruit wij het volgende willen mcdedeelen «Indien, gelijk eenigen zeer onvoorziglig verhalen, en velen in hunne eenvoudigheid geloovende stroomen in het Sloe, tusschen de eilanden Walcheren en Zuid- beveland met een dam zeedij ks hoogte moeten worden afgestolen en alzoo het eiland Walcheren met Zuid- bevelaud vereenigd, dan zouden do stormvloeden uit 'ff Men meent zelfs dat uit een militair oogpuntdeze zaal aan bezwaren onderhevig was. De Zeeuwsche eilanden zouden hierdoor hunne natuurlijke defensie verliezen. Ware Napoleon evenwel groot genoeg geweestom de taktiek van de kleine voormalige Republiek te volgen en den vijand in zee aftewachten om hem het naderen te beletten dan kon de vereeniging hem meer dienstbaar geweest zijn.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1840 | | pagina 244