127 men mei krukken tot kruiwagens hinkt en van deze in koetsen wipt; en hoe eeue buiging moet gedaan worden om met dezelve meerder te verdienendan met de redding van een gedeelte des lands op levens gevaar vol bra gtdan do kennis daarvan diene hein alleen om zulke wegen op uw voorbeeld te vermijden.» Bij de verlossing van ons land van de Frauschen en de komst van Oranje op den troon, werd hij in zijnen rang dadelijk bevestigd en bewees tot aan het jaar 1824, niettegenstaande zijne klimmende jaren metdeu rnees- tcn ijver, de gewigtigste diensten. Het was in dit tijdvak dat door sommigen de meening werd geopperd dat Zeeland meer kostte dan het waard was en men aldus ook goud te duur koude betalen. Dit leidde lot de ge dachteof men niet beter zou doen, aan Zeeland's behoud niet meer zoo veel opteofferenen het alzoo liever eeno prooi der golven te laten. Tegen die gevaarlijke, ja ongeoorloofde stelling verhief schraver zijne slem. Daarbij zou toch de vrucht van al zijn pogen niet alleen verloren gaan maar levens voor het Vaderland in het algemeen daaruitde grootste schade ontslaan. Misschien zag men dit laatste wel eenigzinsin, doch men meende, op eene min kostbare wijze hetzelfde doel te kunnen bereiken van welks tegendeel sciiraver door eene langdurige ondervinding overtuigd was. Hij stelde daar om in geschriflo ten jare 1822 zijne meening op in een stuk .getiteld: een blik op Zeelandwelk stuk eeno

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1840 | | pagina 249