130 Daarvoor is hij den dank van liet nageslacht waan Ouzo geëerbiedigde Koning erkende dczo en and dienstentoen hij hem ,die eindelijk, op zevenligjarij leeftijd, na herhaalde aanvallen van beroerte tot werk zich niet meer in slaat gevoelde een buitcngewi pensioen toekende. Twee jaren rustte hij van zijn wc zaain leven uilen hoewel de helderheid van zijn gi was geweken zoo had hem nogthans zijne menscli vendheid en het gevoel voor huisselijk geluk niet i laten. In het huisselijk leven had hij altijd, als in e stille haven, uit de beslommeringen van zijne woe loopbaan ruste gezocht en beschouwde die genoeg als zijne beste uitspanning, daarvan schrijvende: hijhoewel niet rijk zijn huisselijk goluk liooger scha dan eene kroon. Daarom had hij ook gecno schat noodig Hij verachtte alle oneerlijke middelen om zi verkrijgen hetgeen bij de menigvuldige gelegenhe in sommige tijden die hij beleefde vereercnsvvaai is. Ook als huisvader en echtgenoot, was hij naai gezet en achtingwaardig. Wat hij aan zijne bezighe ontwoekeren kon, wijdde hij aan zijn gezin en aan opleiding en opvoeding zijner kinderen, terwijl z zonen, die hetzelfde vak gekozen hadden, nadat ze elders naar zijn vermogen had laten onderwijz in zulk ecnen vader den besten leermeester liadd die hen de vermelde kundigheden leerde toepass getuige daarvan zijn schrijven: «ik hoop mijne b(

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1840 | | pagina 254