131 zonen zelf naar Kruiningen te brengen. Dat werk toch is eeue leerschool en de jonge Zeeuwen mogen allen beurtelings daar wel wat studeren.» Overigens mag onder zijne deugden ook zijne matigheid geroemd worden, door welke hij steeds zijne veelvuldige werkzaamheden gemakkelijker verrigtte zijne gezondheid bewaarde en alzoo vele vermocijenissen kon doorstaan. Men zou zulks in aanmerking nemende zijuc opleiding, uiterlijke ma nieren en omstandigheden niet in hem vermoed hebben; doch des te meer strekt het hem ter eere. Hetzelfde geldt ook van zijne godsdienstige gevoelens. Zijne op voeding had weinig bijgedragen 0111 godsdienstige gron den bij hem te leggen; do lijden van ongeloof, die hij beleefd had waren niet gunstig om het verzuimde te vergoeden terwijl eindelijk zijne veelvuldige werkzaam heden hem van ernstig onderzoek ten dezen opzigte af trokken. Doch, als wij in zijne brieven en geschriften hem liooren gewagen van hoop op den goeden uitslag zijner werkzaamheden, onder den zegen der Voorzie nigheid als wij bij getrouwe pligtsbelrachting hem ver- trouwen hooren uiten op een Opperwezendat do harten kent; als men licm om eer noch voordeelimmer zijnen pligt ziet verzaken; eindelijk, als men hem de belangen van zijne minderen overal ziet behartigen, en aan hel algemeen welzijn tijd en krachten onvermoeid toewij den dan zal men hem geen christelijk godsdienstig gevoel ontzeggen!

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1840 | | pagina 255